Op een gitaar van de Griekse gitaarbouwer Alkis Efthimiadis gaf de jonge Portugese gitarist João Leitão zondag 2 februari jl. een schitterend gitaarconcert bij het Gelders Gitaristen Podium. Meteen bij het eerste deel van Bach’s vioolsonate BWV 1001, hing er een prettige spanning in de Oude Ettense Kerk, die Leitão tot het einde van het concert wist vast te houden. Hij speelde deze baroksonate met een romantische interpretatie. Bij ‘Aufenthalt’ en ‘Lob der Tranen’ van Franz Schubert zong Leitão als het ware met zijn gitaar en hield zo het publiek bij de les. Regondi bezat volgens de gitarist een vriendelijke persoonlijkheid, hetgeen weerklonk in zijn ‘Introduction en Caprice’.
João Leitão blijkt een verhalende gitarist, die in zijn spel een hoge mate van fijngevoeligheid tentoonspreid. Ook in de ‘Variaties op een thema van Scriabin’ toont hij grote klasse. De temperamentvolle muziek van de Spaanse componisten Rodrigo en Albeniz had af en toe wat meer vuurwerk mogen bevatten. Als slotstuk werd een rustige en dromerige versie van Capricho Arabe (Tárrega) gespeeld. Tot grote teleurstelling van het publiek bleef een toegift uit.
Raphaella Smits opende het concert rustig en beheerst met Elegie van Mertz. Vervolgens speelde ze eigen bewerkingen van Bach’s Cellosuite BWV 1011 en Chaconne BWV 1004. Om zich goed te concentreren op de muziek, keek Raphaella niet naar haar linkerhand en had ze een mooie, evenwichtige en bijna roerloze houding. Waar bij de moderne gitaar uitgepakt kan worden met een groter volume, ligt de kracht van de romantische gitaar juist in het kleine, gedoseerde spel. Raphaella Smits beheerst deze kunst als geen ander. Kleine oneffenheden werden vakkundig gemaskeerd.
Raphaella toverde een warme en ronde toon uit de in 1827 in Mirecourt gebouwde gitaar. De schitterend gespeelde tweede helft van het programma bevatte composities van Sor en Mertz. De welbekende Mozartvariaties, die niet vaak meer geprogrammeerd worden, werden fris ingezet en sprankelend vervolgd. Het virtuoze slot van Pianto dell’amante van Mertz was een mooie afsluiting van het programma. Het enthousiaste publiek werd getrakteerd op een mooie toegift.
Irma ten Brinke (Westendorp) studeerde zang aan de conservatoria van Rotterdam, Utrecht en Parijs. Ze heeft een flexibele stem en beheerst diverse muziekstijlen. Jacqueline Snel (Gaanderen) studeerde in 1988 af aan het Koninklijk Conservatorium in Den Haag. Naast de studie klassiek gitaar verdiepte zij zich daar ook in de renaissance- en barokmuziek.
Op het programma staan ook werken voor gitaar solo.
Deze gitaartalenten hebben ondanks hun jeugdige leeftijd al heel wat bereikt. Sean Shibe (1992) trad o.a. op voor de Dalai Lama en was in 2008 solist in het beroemde Concerto d’Aranjuez. Ian Watt (1991) gaf reeds concerten in o.a. China, USA, Frankrijk en Noorwegen.
Naast duetten zullen beide gitaristen ook solostukken ten gehore brengen.
De Saloonboyz’ traden op samen metStringbean, een van de medekandidaten in de finale van het Open Podium in Amphion. Het uit 3 heren bestaande trio zingt en speelt akoestische Amerikaanse folk.
De Saloonboyz’ brachten tijdens dit concert vertrouwd, maar ook nieuw materiaal ten gehore . Ze werden daarbij, zoals gewoonlijk, op de piano begeleid door Sylvia Verheij.
Wilbert Bulsink (Doetinchem, 1983) groeide op in een muzikaal gezin en was als klein kind regelmatig te vinden achter het electronische orgel in de huiskamer. Vanaf zijn vijfde kreeg hij pianoles en later ook celloles aan de Doetinchemse muziekschool. Op veertienjarige leeftijd was hij al organist van de hervormde gemeente Etten-Ulft.
Op zijn elfde schreef hij een wals die door het Nederlands Blazers Ensemble tijdens het Nieuwjaarsconcert in 1995 werd uitgevoerd. Na de middelbare studeerde hij o.a. piano en compositie aan het Sweelinckconservatorium te Amsterdam. Tijdens zijn studie was Wilbert niet alleen actief als kerkorganist maar ook als toetsenist / arrangeur in een rockband. In 2008 sloot hij zijn studie compositie cum laude af.
Met zijn composities sleepte hij een reeks prijzen in de wacht. Hij wordt hij gezien als een veelzijdig en groot muzikaal talent. Was hij in het begin vooral actief als componist in de klassieke zin, de laatste jaren richt hij zich ook op de muzikale mogelijkheden die film, theater en andere schijnbaar buitenmuzikale disciplines bieden.